sta doelloos bij het open raam
een nog frisse ochtendlucht
wast geruisloos mijn gezicht
in onze anders drukke straat
loopt één enkele wandelaar
gluurt een kat wat mussen na
en op de rijbaan zonder haast
eet een kauw een appelkroos
op mijn wang kriebelt ’n traan
wat is het buiten stil en licht
zo bijzonder, zo gewoon
voel hoe mijn lijf van kop tot teen
zuurstofrijk op adem komt
volg een ekster in haar vlucht
zonder doel bij dat open raam

nr. 5 uit de coronareeks