het ligt daar zomaar, op straat
ze raapt het op – nieuwsgierig
voelt hoe licht, ruikt hoe zilt
en ziet ’n prachtige glinster
‘wat heb je daar,’ een toevallige
voorbijganger blijft staan
ze opende haar hand voorzichtig
de voorbijganger fronst, ‘dit?’
ze knikt, en laat het behoedzaam
in haar rugzak glijden
‘zo zijn er veel en zoveel mooier’
ze glimlacht en knikt
‘maar dit is er nu, voor mij’